bestel kaarten

Het verhaal

Een Twentse tragedie in drie delen.

DOOR HET STOF is een theatrale rollercoaster door de geschiedenis van Twente, waarin toneel, muziek, dialect, satire en tragedie samensmelten tot een verhaal dat even rauw is als ontroerend. Het is een drieluik over macht en mededogen, over vaders en kinderen, over wie spreekt – en wie zwijgt. Geïnspireerd door ware gebeurtenissen en verteld met de urgentie van vandaag. 

Kom kijken, kom luisteren, kom voelen.
En laat u, net als Enschede, herboren uit het stof.

Fictie met wortels in de werkelijkheid

DOOR HET STOF is een fictief verhaal, losjes gebaseerd op het tijdperk waarin Alphons Ariëns leefde en werkte. De voorstelling speelt met historische thema’s als sociale ongelijkheid, religie en arbeidersstrijd, maar de personages, gebeurtenissen en dialogen zijn ontsproten aan de verbeelding van de makers. Wie de echo van Ariëns hoort in deze vertelling, hoort geen letterlijke geschiedenis, maar een hedendaagse interpretatie van zijn tijd en idealen.

CHAMPAGNE, OESTERS EN KAVIAAR

Textielbaronnen
In DOOR HET STOF volgen we het verhaal van een familie van textielfabrikanten aan de vooravond van een grote staking in 1890. Terwijl in de stad onrust onder arbeiders groeit, viert de familie het verlovingsfeest van zoon Karel met Jenne. Wat begint als een feestelijke avond ontaardt langzaam in een confrontatie tussen generaties, standen en wereldbeelden.

Karel worstelt met de verwachtingen die op zijn schouders rusten. Hij heeft niet het harde zakeninstinct van zijn broer Doede, noch de ijzeren logica van zijn vader. Zijn hart ligt bij Saar, een jonge vrouw uit de arbeiderswijk. Zij ziet de fabriek niet als een bron van trots, maar als een plek van uitputting en afhankelijkheid.

Maar dat is slechts een deel van de waarheid. Want deze ondernemers hebben wel degelijk hart voor de stad. Ze hebben er met een lobby en investeringen voor gezorgd dat de trein, die eind negentiende eeuw hét vervoermiddel van de toekomst is, een station in Enschede krijgt. Ze hebben verenigingen opgericht voor hun werknemers, zoals muziekkorpsen en schutterijen, zodat ook de gewone man (en vrouw) kan ontspannen.

En wat te denken van het Volkspark van 1874, het eerste van zijn soort in ons land? Bedoeld voor alle arbeiders, die hier hun schaarse vrije uren kunnen doorbrengen. Met een Volkspark gebouw, waar de arbeiderstoneelvereniging haarstukken kan opvoeren.

Karel droomt van een andere toekomst dan zijn vader voor hem in gedachten heeft en komt in conflict met zijn familie, die vasthouden aan hun macht en positie. Ondertussen verstoort de jonge priester Alphons Ariëns het feest: hij probeert te bemiddelen. De arbeiders willen hun stem te laten horen. Ze vragen niet om revolutie, maar om bestaanszekerheid, om menselijkheid. Maar de gesprekken mislukken. Het wantrouwen is te groot. Een steen door een ruit maakt een eind aan de laatste poging tot verzoening. De arbeiders leggen het werk neer. De familie sluit de rijen. En ook binnen de familie worden keuzes gemaakt die niet zonder gevolgen blijven. Het conflict tussen trouw en vrijheid, tussen traditie en vooruitgang, leidt tot onomkeerbare beslissingen.

In het derde deel komt het publiek samen en verandert de wereld nogmaals van perspectief. De rollen draaien om, de werkelijkheid wordt vervreemd. Ariëns vraagt zich af wat er is geworden van de stad, van de mensen, van hun dromen? Heeft hij het goede gedaan of jammerlijk gefaald? De voorstelling eindigt met een collectieve blik op het verleden en de vraag wat ons rest als de stof is neergedaald.

BROOD, BIER en BITTERBALLEN

Fabrieksarbeiders
In DOOR HET STOF volgen we het verhaal van een groep fabrieksarbeiders aan de vooravond van een grote staking in 1890. Terwijl de familie van fabriekseigenaren een verloving viert, likkende arbeiders hun wonden. Vandaag zijn negen man ontslagen. Onder hen is Bats Dekker, de vader van Saar. Een weduwnaar die alleen voor zijn kinderen zorgt. Saar is woedend en tegelijkertijd ligt haar hart bij Karel, de zoon van de eigenaar. Maar waar Karel een mogelijke toekomst ziet, is Saar realistisch. Hoe kunnen hun werelden ooit bij elkaar komen?

Terwijl Bette de moed erin probeert te houden door Bats biertjes te schenken, vuurt de socialistische Koops de arbeiders aan tot protest. Want zwoegen moeten ze, de arbeiders eind negentiende eeuw. Twaalf uur per dag, zes dagen per week. En dan ook nog eens in een warme, bedompte fabriek met oorverdovend geklepper van weefgetouwen en spinmachines. Als ze een steekje laten vallen, krijgen de arbeiders meteen straf. Dat wil zeggen: korting op hun loon. Elke week is het maar afwachten hoeveel er in hun loonzakje zal zitten. En wat daarin zit, geven de arbeiders meteen uit in de kroeg. Het drankmisbruik is groot, met alle gevolgen voor hun kinderrijke gezinnen, die wonen in kleine, krottige huizen.

En ondertussen probeert de jonge priester Alphons Ariëns te bemiddelen. Hij spreekt met de arbeiders en probeert begrip te kweken bij de fabriekseigenaren. Maar de vlam slaat in de pan en ongewild stookt hij het vuur verder op. De gesprekken mislukken. Het wantrouwen is te groot. Een steen door een ruit maakt een eind aan de laatste poging tot verzoening. De arbeiders leggen het werk neer. De familie sluit de rijen.

DOOR HET STOF vertelt geen geschiedenis les. Het is een verhaal over hoe snel de wereld kan kantelen als mensen zich niet gezien voelen. Over klassen die botsen, vaders die verliezen, zonen die weigeren hun rol te spelen. Een Twentse tragedie, gespiegeld aan onze eigen tijd. Want de vragen van toen zijn nog steeds de onze.

In het derde deel komt het publieksamen en verandert de wereld nogmaals van perspectief. De rollen draaien om, de werkelijkheid wordt vervreemd. Ariens vraagt zich af wat er is geworden van de stad, van de mensen, van hun dromen? Heeft hij het goede gedaan of jammerlijk gefaald? De voorstelling eindigt met een collectieve blik op het verleden en de vraag wat ons rest als de stof is neergedaald.